Nazorg
Periode na ontslag (adviezen)
Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u uw dagelijkse activiteiten weer langzaamaan uitbreiden. Zorg daarbij voor een dagritme waarbij na activiteiten rustmomenten worden ingelast. Wij geven u graag een aantal adviezen mee.
Pijn
De pijnstillers die u tijdens de opname in het ziekenhuis gebruikte, kunt u thuis afbouwen (voor zover de pijnklachten dit toelaten). Het is verstandig om de pijnstillers zo in te nemen, dat u diep kunt doorademen en nagenoeg pijnvrij kunt hoesten.
U kunt het volgende schema volgen:
- Verminder en stop eerst de Diclofenac. U kunt stoppen met het gebruik van Pantozol (maagbeschermer) zodra u bent gestopt met Diclofenac;
- Blijf paracetamol 1000 mg 3 tot 4 maal verdeeld over de dag gebruiken. Paracetamol kunt u afbouwen door de middaginname over te slaan. Daarna kunt u 2 maal paracetamol 500 mg verdeeld over de dag innemen en vervolgens stoppen.
Wond
Hechtingen hoeven niet te worden verwijderd. U hoeft de wond geen speciale verzorging te geven. Als de wond gesloten is, kunt u douchen en/of in bad gaan. Dep de wond na afloop droog. Soms gaat een wond ontsteken. U moet daarom de wond dagelijks bekijken. Neem contact op met Noordwest als een van onderstaande verschijnselen optreedt:
- De huid rond de wond wordt vurig rood, warm of gezwollen;
- U heeft toenemende pijn aan de wond;
- Er komt pus uit de wond;
- U heeft temperatuurverhoging (boven 38,5 graden Celsius)
Stoelgang
In de periode na de ingreep kan de stoelgang anders zijn dan u voor de ingreep gewend was. Het kan enige tijd duren totdat dit weer normaal is.
Plassen
U gaat met een katheter naar huis. Voor deze periode thuis krijgt u materialen mee en instructies hoe u met de urinekatheter moet omgaan. De casemanager maakt een afspraak voor het verwijderen van de katheter. Dit is 10 tot 14 dagen na de operatie. Zit de katheter, om welke reden dan ook, niet meer goed op zijn plaats of is hij eruit gevallen? Neem dan direct contact op met de casemanager. Daarna moet een nieuwe katheter worden ingebracht door de verpleegkundige op de polikliniek.
Het kan zijn dat u het gevoel krijgt dat u moet plassen, terwijl u nog een katheter heeft. Let u dan op het volgende:
- Loopt er nog voldoende urine in de zak? Dan heeft u mogelijk een blaaskramp.Heeft u vaak last van blaaskrampen, dan mag u hierover contact opnemen met de casemanager;
- Loopt er geen urine in de zak, dan kan het zijn dat een bloedstolsel de katheter heeft verstopt. Mogelijk kunt u in overleg met de huisarts dit probleem verhelpen. Is dit niet mogelijk, neem dan contact op met de casemanager. Bij problemen mag de katheter niet worden verwisseld zonder overleg met uw ziekenhuis.
- Het kan voorkomen dat er bloed langs de katheter komt, bijvoorbeeld nahet persen voor de stoelgang. Ook kan er dan bloed in de urinezak komen. Hierover hoeft u zich geen zorgen te maken. Een vingerhoedje bloed maakt de urine namelijk al flink rood.
Zolang u een katheter heeft, is het niet zinvol om uitgebreid bekkenbodemspieren te oefenen. Doe deze oefeningen pas als u geen katheter meer heeft. Gebruikt u 3 maanden nadat de katheter is verwijderd nog meer dan 1 verband? En merkt u geen verbetering van de continentie? Dan is het zinvol zijn om een verwijzing te krijgen voor een fysiotherapeut. Neem hierover contact op met uw casemanager.
Voeding
U hoeft geen dieet te volgen, tenzij anders is afgesproken. Het is belangrijk dat u voldoende drinkt: in ieder geval 1½ tot 2 liter per dag.
Vermoeidheid
U kunt lange tijd last houden van vermoeidheid. Een verklaring daarvoor is er niet altijd. Het is een duidelijk signaal van het lichaam dat er een grote rust-/ slaapbehoefte is. Verdeel uw energie over de activiteiten die voor u van belang zijn en rust regelmatig tussendoor.
Activiteit
De eerste 6 weken mag u niet zwaar tillen. Tilt u iets (lichts) op, zorgt u er dan voor dat u dit symmetrisch doet (met beide armen op gelijke hoogte). Regelmatige lichaamsbeweging is belangrijk voor de opbouw van uw conditie. U kunt de eerste 6 weken echter niet intensief sporten (u mag bijvoorbeeld geen buikspieroefeningen doen). Zwemmen mag bij een gesloten wond. Fietsen mag 4 weken na het verwijderen van de katheter. Merkt u dat u daarna bloed in de urine heeft, dan is het verstandig om het fietsen even te beperken. Gaat het weer goed, dan kunt u het fietsen weer uitbreiden.
Werkhervatting
Wanneer u weer kunt werken, is afhankelijk van de aard van uw werkzaamheden en van uw individuele situatie. Overleg met uw behandelend arts en bedrijfsarts wanneer u uw werk kunt hervatten.
Intimiteit en seksualiteit
Er zijn geen medische bezwaren om uw seksuele gewoontes van vóór de operatie weer op te pakken nadat de katheter is verwijderd. Door de operatie kunnen de zenuwen die zorgen voor een normale erectie beschadigd zijn, waardoor u mogelijk erectieproblemen kunt ondervinden. Een zaadlozing is niet meer mogelijk doordat de prostaat en de zaadblaasjes zijn verwijderd. De diagnose en behandeling van kanker kunnen veel veranderen in uw leven en dat van uw partner. Als u vragen of twijfels heeft op het gebied van intimiteit en seksualiteit kunt u terecht bij uw uroloog en/of casemanager. Zie ook de folder ‘Kanker en seksualiteit’ van het KWF.
Voor als er specifieke begeleiding nodig is bij problemen van seksuele aard na de operatie, dan kunt u terecht bij Centrum kwaliteit van leven van het AVL.
Concentratie
Door medicijngebruik en de emoties rondom de ingreep kunnen uw concentratie, geheugen en beoordelingsvermogen tijdelijk verminderd zijn. Houdt u hiermee rekening als u deelneemt aan het verkeer.
Hygiëne
De normale hygiënische verzorging die u gewend bent, is nu ook toegestaan. U kunt de genitaliën gewoon wassen met water. Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis? Neemt u tijdens kantooruren contact op met de casemanager van uw ziekenhuis als u onderstaande lichamelijke problemen ervaart na de operatie:
- Temperatuursverhoging (boven 38,5 graden Celsius);
- Aanhoudende misselijkheid en braken, niet kunnen eten en meer dan 2 kilo
per week afvallen;
- Aanhoudende pijn in het wondgebied, die niet met pijnstillers onder controle te krijgen is;
- Geen urineproductie uit blaaskatheter;
- Uitvallen van de blaaskatheter;
- Andere aan de behandeling gerelateerde problemen.
Buiten kantooruren neemt u contact op met de spoedeisende hulp van uw ziekenhuis. Voor algemene klachten verzoeken wij u eerst contact op te nemen met de huisarts.
Uitslaggesprek weefselonderzoek en verwijderen van katheter
10 tot 14 Dagen na de operatie heeft u een afspraak op de poli urologie van Noordwest. De katheter wordt dan verwijderd en u krijgt de uitslag van het weefselonderzoek. Na het gesprek met de uroloog en het verwijderen van de katheter mag u direct naar huis. Als blijkt dat u na verwijdering van de katheter niet kunt plassen, neemt u dan contact op met de casemanager.
Cystogram
Soms is voor het verwijderen van de katheter een cystogram noodzakelijk. Dit geeft de uroloog na de operatie aan. De casemanager maakt hiervoor een afspraak voor u op de afdeling radiologie van uw ziekenhuis. Bij een cystogram wordt met contrastvloeistof gecontroleerd of de verbinding tussen plasbuis en blaas weer in orde is en er geen sprake is van urinelekkage. Het kan soms enige tijd duren voordat u de urine weer goed kunt ophouden na verwijdering van de katheter. U kunt incontinentiemateriaal gebruiken om ongewild urineverlies op te vangen. Het advies is om een pakket incontinentiemateriaal mee te nemen naar het ziekenhuis dat u bij ontslag heeft meegekregen.
Met dank aan de afdelingen urologie en communicatie van Noordwest Ziekenhuisgroep.